Advertisement
 
results per page.      
   
  Apply a phonetic

The word(s) "gesproken" appears 30 time(s) in 30 verse(s) in Quran in Dutch (Dr. Salomo Keyzer) translation.

(1) O gij geloovigen! sluit geene vriendschap met hen die niet tot de uwen behooren; zij laten niet na, u te verleiden; zij wenschen slechts uw verderf. Hunnen haat hebben zij reeds met den mond uitgesproken, maar wat in hunne borst blijft besloten, is nog verderfelijker. Wij hebben u daarvan reeds bewijzen gegeven, indien gij deze slechts verstaat.
(2) Wie is slechter dan hij, die eene leugen tegen God uitdenkt of zegt! Dit werd mij geopenbaard, als hem niets werd geopenbaard, en die zegt: Ik zal eene openbaring voortbrengen, gelijk aan die, welke door God is nedergezonden? Indien gij de goddeloozen in de doodsangsten zaagt en de engelen hunne handen uitsteken, zeggende: werpt uwe zielen weg; heden zult gij een strenge straf ondergaan, voor hetgeen gij valsch nopens God hebt gesproken, en omdat gij zijne teekenen hebt versmaad.
(3) En hoewel wij hun engelen hadden gezonden, en de dood tot hen had gesproken, en wij alle dingen voor hun oog voor hen hadden verzameld, wilden zij niet gelooven, tot het Gode behaagde; maar het grootste deel hunner weet het niet.
(4) En waarom zoudt gij niet eten van datgene, waarover Gods naam is uitgesproken? aangezien hij u duidelijk verklaarde, wat hij u heeft verboden, uitgenomen datgene, waarvan gij genoodzaakt zijt te eten. Sommigen brengen anderen in dwaling, door hunne hartstochten, zonder kennis te bezitten; maar God kent de zondaren.
(5) Zij zeggen ook: Dit vee en deze aardvruchten zijn geheiligd, niemand zal daarvan eten dan die ons behaagt (gelijk zij zich verbeelden); deze dieren mogen niet tot lastdieren gebruikt worden; en over deze dieren wordt Gods naam niet uitgesproken, als zij die slachten; zoo denken zij een leugen tegen hem uit, maar God zal hen beloonen voor hetgeen zij valschelijk uitdenken.
(6) Waarlijk zij, tegen wie dat woord van uwen Heer werd uitgesproken, zullen niet gelooven.
(7) Zoo hielden zij zich bezig, tot onze straf ten uitvoer werd gebracht, en de oven water uitgoot. En wij zeiden tot Noach: Breng een paar van iedere diersoort en uw gezin in de ark, uitgenomen hij, over wien de straf werd uitgesproken en zij die gelooven. Doch behalve enkelen geloofden zij niet met hem.
(8) En de koning zeide: Breng hem tot mij, ik wil hem in mijnen eigenen en bijzonderen dienst nemen. En toen Jozef tot den koning was gevoerd en hij met hem gesproken had, zeide de vorst: Van heden af zijt gij vast bij ons geplaatst, en gij zult met onze zaken vertrouwd zijn.
(9) En toen zij waren teruggekeerd en aldus tot hunnen vader hadden gesproken, zeide hij: Gij zelven hebt dat alles zoo ingericht; maar ik zal geduldig zijn; misschien zal God mij hen allen terug geven: want hij is de alwetende en wijze.
(10) En satan zal zeggen, nadat het oordeel zal zijn uitgesproken: Waarlijk, God deed u eene belofte van waarheid; ook ik deed u eene belofte, maar ik bedroog u; ik had echter de macht niet om u te dwingen. Maar ik riep u slechts en gij antwoorddet mij: beschuldigt mij dus niet, maar beschuldigt u zelven. Ik kan u niet helpen en gij kunt mij niet bijstaan. Toen gij mij naast God hebt geplaatst, achtte ik mij niet als zijns gelijke. Eene gestrenge straf is den onrechtvaardige bereid.
Next
Pages 1 2 3

The word(s) "gesproken" appears 30 time(s) in 30 verse(s) in Quran in Dutch (Dr. Salomo Keyzer) translation.